Tijdens de kinderconferentie hebben kinderen meegedacht over vier belangrijke thema’s. Daar kwamen topadviezen uit. We zetten ze per thema voor jullie op een rijtje.  

Samen leven

Bij het thema ‘samen leven’ vonden de kinderen dat mensen elkaar vaker moeten ontmoeten om elkaar te leren kennen. De gemeente kan daarbij helpen door te zorgen voor fijne ontmoetingsplekken waar voor iedereen iets te doen is. Als op zo’n ontmoetingsplek dan ook activiteiten worden georganiseerd die voor meerdere groepen in de samenleving interessant zijn, is succes verzekerd. Natuurlijk moet zo’n ontmoetingsplek wel schoon en opgeruimd zijn. Daarom stellen de kinderen voor dat er kleurrijke prullenbakken komen die goed opvallen, zodat niemand vergeet om zijn of haar afval daarin te gooien. Daarnaast werd er ook een deelschuur bedacht, waar spullen (zoals kleding en speelgoed), maar ook talenten en vriendschappen kunnen worden gedeeld. Zo kan iemand die goed is met een naaimachine daar bijvoorbeeld kleding van buurtgenoten repareren. En als je te veel eten hebt gekookt, zou je dat eten daar ook samen met een eenzame buurtgenoot lekker kunnen opeten. Uiteraard met een goed gesprek erbij! 

Leefomgeving

De kinderen die aan de slag gingen met het thema ‘leefomgeving’ vonden ook dat in hun wijk of buurt meer aandacht moest zijn voor ontmoetingen. Zij bedachten de ontmoetingstuin, waar jonge en oude mensen van allerlei culturen en achtergronden elkaar kunnen treffen. Dat is ook handig voor vluchtelingen, die zich op deze manier minder eenzaam en ontheemd en meer welkom voelen. Daarnaast moeten ontmoetingen tussen mensen met verschillende leeftijden en achtergronden ook worden gestimuleerd door hier al rekening mee te houden bij het bouwen van nieuwe wijken. In de toekomst moeten daar huizen van allerlei soorten, maten en prijsklassen in komen te staan, zeiden de kinderen. Op die manier wonen er in een wijk niet alleen maar ouderen óf gezinnen óf mensen met weinig geld, maar woont iedereen door elkaar. In elke wijk moet ook genoeg groen te vinden zijn. Het gaat de kinderen dan niet alleen om natuur waar dieren kunnen leven, maar ook om recreatieplaatsen in het groen. Súdwest-Fryslân een grote gemeente waar niet altijd alles in jouw buurt kan zijn. Maar sommige dingen vonden de kinderen toch wel erg belangrijk. Zo moet er altijd een dorpshuis in de buurt zijn, en moet ook school altijd goed bereikbaar zijn. Kleinere scholen moeten dus ook zeker openblijven, vonden de kinderen.

Fijn opgroeien

Over het thema ‘fijn opgroeien’ hadden de kinderen ook goede ideeën. Zo bedachten ze een schoollab, waar je kennis kunt opdoen over de wereld en dingen leert waar je later écht iets aan hebt. Voor veel kinderen geldt dat ze van kleins af aan al goed meekrijgen hoe je bijvoorbeeld voor jezelf zorgt of hoe je op een verantwoordelijke manier met geld omgaat, maar dat is niet voor ieder kind vanzelfsprekend. Terwijl het wél voor iedereen hele belangrijke kennis is. Die moet dus ook toegankelijk worden gemaakt voor alle kinderen. Naar aanleiding van de adviezen van vorig jaar, is er meer geld vrijgemaakt voor praatjuffen of (-meesters) op school. Dat is superfijn. Maar kinderen moeten dan wel goed weten dat ze bij die praatjuf terechtkunnen. Dat is nu nog niet zo. Daarom moeten praatjuffen een stuk bekender worden gemaakt. De praatjuf moet voor ieder kind makkelijk aan te spreken zijn, en met je mee kunnen denken over wat je kunt doen en waar je naartoe kunt gaan als er iets gebeurt. Natuurlijk moet dat al kunnen vóór er echt iets aan de hand is, zodat je al weet wat je kunt doen als er onverhoopt iets misgaat. Verder benadrukten de kinderen hoe belangrijk het is om een fijn thuis te hebben. Dat zou voor ieder kind op elk moment een veilige en warme plek moeten zijn, maar helaas is het dat niet altijd. Dus als er iets speelt, moeten kinderen op een hele laagdrempelige manier iemand kunnen bereiken of ergens naartoe kunnen gaan om de juiste hulp te krijgen. Uiteindelijk vonden de kinderen dat als het thuis om wat voor reden dan ook niet goed met je gaat, je in de buurt moet kunnen worden opgevangen. Maar daarvoor moet je wel je buurtgenoten kennen, zodat je je ook veilig voelt in de buurt. Daarom moeten er volgens de kinderen meer buurtfeesten en gezamenlijke activiteiten, zoals afvalprikken, worden georganiseerd en ondernomen. 

Duurzaamheid

Het thema ‘duurzaamheid’ vonden de kinderen nog steeds ontzettend belangrijk. De hele wereld moet beter met de aarde omgaan, en de gemeente Súdwest-Fryslân dus ook! Maar, zo zeiden de kinderen, dit moet dan wel voor iedereen mogelijk zijn. Soms wil je wel duurzaam leven, maar is dat erg duur. Denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen, die zijn duur om aan te schaffen. Maar het kan ook gaan om praktische zaken. Want als de dichtstbijzijnde bushalte op een halfuur fietsen ligt, is het OV dan echt wel een goed alternatief voor de auto? Nee natuurlijk, zeiden de kinderen, en dus adviseerden zij een betere OV-verbinding, met meer bushaltes. En die nieuw te bouwen bushokjes moeten uiteraard ook duurzaam en groen zijn, met zonnepanelen op het dak en klimplanten langs de muren. Ook moeten de reclameposters worden vervangen. In plaats van reclame voor producten die je eigenlijk toch niet nodig hebt en die ook niet heel duurzaam zijn, moet er reclame worden gemaakt voor duurzaamheid. En daar kunnen kinderen ook heel goed voor worden ingezet, vinden zij zelf. Sowieso kunnen kinderen veel vaker een soort rolmodel zijn voor volwassenen. Die snappen soms nog steeds niet waarom duurzame keuzes maken belangrijk zijn. Als kinderen het goede voorbeeld geven, volgen volwassenen vanzelf. Daarnaast vonden kinderen dat er slimmere oplossingen moeten worden gebruikt. Zo moet er niet alleen veel meer natuur in de gemeente komen, maar die planten en bomen moeten vooral worden geplant op plekken waar veel CO2 wordt uitgestoten. Langs wegen en in steden bijvoorbeeld. Ook lantarenpalen hebben een update nodig: met groen- en amberkleurig licht stoor je het dierenrijk veel minder, en met bewegingssensoren kun je er ook voor zorgen dat de lantarens alleen aangaan op het moment dat het echt nodig is. Tot slot bedachten de kinderen een wateropvangsysteem, zodat regenwater gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het doorspoelen van het toilet (bijvoorbeeld op school), zodat daar geen drinkwater voor hoeft te worden gebruikt.